Sonja is, zonder de toestemming van Sonja zelf, een boeiende voorstelling
Sonja, zo heet de voorstelling van Toneelgroep Maastricht en Senf Producties over Sonja Barend. Angela Schijf speelt ‘de koningin van de talkshows’ en Vincent van der Valk baseerde zich de voortelling samen met de regisseur Servé Hermans deels op het autobiografische boek Je ziet me nooit meer terug dat Sonja Barend in 2017 publiceerde bij De Bezige Bij.
Sonja Barend distantieerde zich in een persbericht van de uitgeverij een week voorafgaande aan de première van de voorstelling. De reden was dat ze dacht dat de voorstelling uitsluitend op haar boek was gebaseerd. Dit boek gaat over de geschiedenis van de in de oorlog in Auschwitz vermoorde vader van Sonja Barend en de gevolgen daarvan voor haar leven.
Het gaat niet over haar televisiecarrière, terwijl het toneelstuk dat wel grotendeels doet. De uitgeverij voegde aan deze mededeling toe dat Barend geen verdere persverklaringen zal afgeven.
Allereerst: Angela Schijf speelt de titelrol helder en overtuigend. Uitmuntend zelfs. Haar Sonja is koel en doortastend. Ze staat haar mannetje tegenover haar eindredacteur ‘El’, zoals Ellen Blazer in de voorstelling uitsluitend wordt genoemd. Ik herinner het me niet meer precies, maar ik geloof dat Sonja ook alleen maar ‘Sonja’ heet en niet voluit ‘Sonja Barend’. maar misschien vergis ik me. De Sonja op het toneel is ook doortastend en stoer tegen Pim Fortuyn die in 1999 bij haar in de talkshow te gast was. Delen uit hun gesprek komen letterlijk in de voorstelling terug. Zoals dat hij tegenover Sonja zijn standpunt over wel of niet naar gas boren in de Waddenzee ter plekke wijzigde. En ook dat ze nogal flirterig tegenover elkaar deden. Fortuyn zei tegen Sonja: ‘U bent veel leuker dan ik dacht’. Dit is een leuke, onderhoudende scène.
Alle andere personages dan Sonja worden, zonder verkleedpartijen of (kaalkop)pruikjes, gespeeld door Stefan de Walle en Chava voor in ’t Holt. Dat is even wennen, want er is uiterlijk geen verschil tussen Voor in ’t Holt in de rol van ‘El’ en in haar vertoling van de moeder van Sonja. Of tussen De Walle als Fortuyn en zijn vertolking van de vader van Sonja in hun imaginaire gesprekken. Of in zijn rol als verteller of de geestelijke die de uitvaartdienst van haar moeder leidt.
Sonja en niet Sarah, Daniël en niet David
Voordat de voorstelling begint, komt Stefan de Walle voor het voordoek. Hij zegt in een korte proloog dat onze levens worden gedomineerd door verzinsels: ‘Dan wordt het echt’. Daarna vertelt Angela Schijf dat haar Joodse vader haar ‘Sarah’ had willen noemen. Maar dat haar rooms-katholieke moeder wilde dat ze Sonja zou heten.
In de voorstelling heet haar vader overigens ‘Daniël’ Barend. Merkwaardig, want de vader van Sonja heette David Barend. Merkwaardig dat zijn voornaam is veranderd.
De fictieve Sonja zegt dat ze op de televisie precies is zoals ze in het echt is: ‘Maar sommige dingen kan je beter voor jezelf houden’. Wat Sonja Barend in het echt decennia voor zichzelf hield, was een jeugdtrauma. Sonja was twee jaar, toen haar vader in 1942 werd opgepakt aan de deur van hun woning in de Amsterdamse Vechtstraat.
Twee Nederlandse mannen kwamen aan de deur en vroegen haar moeder of haar man thuis was. Moeder Barend antwoordde bevestigend en de mannen arresteerden de Joodse David Barend. Zijn laatste woorden tegen zijn vrouw waren: ‘Je ziet me nooit meer terug’. Dat klopte, want hij keerde nooit meer terug en kwam in 1944 in Auschwitz om het leven.
In 2017 publiceerde Sonja Barend haar memoires Je ziet me nooit meer terug. De kern van dit boek is schrijnend: de vrouw die op de televisie alles aan iedereen durfde te vragen, durfde het nooit aan om aan haar moeder te vragen hoe het nou precies was gegaan in de oorlog. Ze vroeg ook niet naar andere details over haar vader. Het enige tastbare wat Sonja Barend over haar vader heeft, zijn twee foto’s. Een van hem alleen en een waarop ze als tweejarig meisje tussen haar ouders in zit. Wat mij verbaast, is hoe Sonja Barend wist wat haar vader als laatste zinnetje tegen haar moeder had gezegd: ‘Je ziet me nooit meer terug’. Dat kan ze toch alleen maar van haar moeder hebben gehoord.
In Je ziet me nooit meer terug schreef ze dat ze na 1942 opgroeide bij haar rooms-katholieke grootouders in Alkmaar. Toen ze na de oorlog in Amsterdam werd herenigd met haar moeder, bleek die te zijn hertrouwd met ene Harry de Groot. Ze had met deze man een zoon die in 1943 was geboren en Sonja wist niet beter dan dat Harry de Groot ook háár vader was. Ze heette Sonja de Groot en ontdekte pas op haar tiende hoe ze werkelijk heette.
Sonja zag op die leeftijd namelijk bij een tante op de verjaardagskalender dat op 29 februari ‘Sonja Barend’ jarig was. Dat was ook haar verjaardag. Ze was verbaasd over dit toeval: twee Sonja’s die jarig waren op Schrikkeldag. Haar tante vertelde haar dat zíj zelf die Sonja Barend van de verjaardagskalender was. Zo ontdekte ze dat Harry de Groot niet haar echte vader was en dat haar – inmiddels twee – broers haar stiefbroers waren. En ook dat ‘iedereen’ hiervan op de hoogte was. Je zou kunnen zeggen: ‘gefundenes Fressen’ voor een boek, een toneelstuk, zelfs voor een film.
Nadat haar boek uitkwam in 2017, zei Sonja Barend in een interview dat ze haar vader ‘bij elkaar had gefantseerd’ door eindeloos naar diens foto’s te kijken. Ze benadrukte altijd dat ze zielsveel van haar in 1993 overleden moeder had gehouden, maar dat ze haar stiefvader helemaal niet mocht. Het is in de voorstelling heel emotioneel als Angela Schijf tegen haar imaginaire vaderfiguur zegt: ‘Ik wil weten wie jij was. Hoe je in elkaar steekt. Hoe je rook, hoe je bewoog.’ En ook als ze zegt: ‘Het leven van mijn vader is het fundament onder mijn bestaan. Hij is een verhaal, mijn verhaal’.
‘Ach kind, je denkt toch niet dat ik dat nog weet’
En dan nu de controverse: Sonja Barend distantieerde zich twee weken voorafgaande aan de première van de toneelvoorstelling. Die afwijzing kwam voor de makers onverwachts, want vorig jaar poseerde Sonja Barend nog samen met Angela Schijf voor de fotograaf Govert de Roos. Ook zat ze vorig jaar mei in het tv-programma Op1 enthousiast tegenover Angela Schijf aan tafel.
Ze zei in Op1 dat ze tevreden was dat de voorstelling uitsluitend over het boek ging. En niet over haar leven op de televisie. Ze dacht toen dus nog dat het toneelstuk uitsluitend zou gaan over haar memoires en daarin schreef niets of zo weinig mogelijk over haar werk op de televisie.
Wel ging ze in het boek in op het dilemma waarom ze in haar werk aan gasten alles durfde te vragen, maar dat ze haar moeder nooit had gevraagd hoe de arrestatie van haar vader nou precies was gegaan. En ook niet waarom haar moeder in 1942 voor die twee mannen gewoon de deur had opengedaan.
Ze deed hier wel pogingen toe, maar haar moeder zei dan altijd zoiets als ‘Ach kind, je denkt toch niet dat ik dat nog weet…’ Dit nietszeggende antwoord zit ook in de voorstelling. Ook Angela Schijf als haar personage Sonja aan haar oude, zieke moeder of die nog wel eens aan haar eerste man denkt. Waarop haar moeder zegt: ‘Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan hem denk.’
Ik vind het, net zoals aardig wat recensenten schreven, onterecht en zelfs onbegrijpelijk dat Sonja Barend zich openlijk van de voorstelling distantieerde. Hein Janssen schreef in de Volkskrant: ‘(In de voorstelling) lopen haar persoonlijke en openbare leven voortdurend door elkaar heen. En dat is nu net de kracht van de tekst van Vincent van der Valks tekst én van de voorstelling zelf. Het verbindt het lot van een kind wier vader wordt vermoord in Auschwitz met dat van een geëngageerd tv-journalist die anderen vragen stelt over waarheid en leugen’. En: ‘Sonja Barend had eigenlijk als eregast op de voorste rij moeten zitten’.
Patrick van de Hanenberg schreef in Het Parool: ‘De weg die Vincent van der Valk en regisseur Servé Hermans hebben gekozen – focussen op het verschil tussen de geestige, intelligente durfal aan de interviewtafel en de timide en bezorgde vrouw tegenover haar moeder, die ze zoveel te vragen had – is veel interessanter dan strak aan de leiband lopen van het zeer indringende boek.’ Ik denk dat het zelfs onverstandig was van Sonja Barend om zich dermate fel uit te spreken tegen deze voorstelling. Haar afwijzing werkte averechts, want op deze manier vestigde ze juist meer aandacht op de voorstelling.
Archieven van het NIOD zijn veelzeggend
Regisseur Servé Hermans zei in een interview dat hij met zijn voorstelling een oproep wilde doen aan mensen om aan je naasten altijd alles aan elkaar te vragen. En om de ander niets na te dragen. Zowel in het boek als in de voorstelling komt naar voren dat de moeder van Sonja al in 1943 zwanger was van iemand anders dan haar vader.
En ook dat haar moeder in 1944 officieel echtscheiding aanvroeg met het – destijds juridisch noodzakelijke – motief dat haar (verdwenen) man overspel had gepleegd. Maar niet hij was overspelig geweest – maar zij. Zeer precair allemaal.
We krijgen ook te horen – dit staat ook in het boek – dat oorlogshistoricus Loe de Jong Sonja Barend liet weten dat haar vader op 23 juni 1942 in de cellenbarakken in Scheveningen zat en daar verbleef tot 16 december 1942. En dat hij op 11 januari 1943 via Westerbork naar Auschwitz is gedeporteerd. Uit de archieven van het NIOD werd duidelijk dat David Barend een polshorloge en tien gulden bij zich had toen hij gevangen werd genomen.
In een interview met de Belgische krant De Morgen zei Sonja Barend in 2017: ‘Verwacht niet dat dit boek over mijn tv-carrière gaat. Aanvankelijk was dat wel de bedoeling. Ik had de behoefte om na al die jaren op te schrijven waarom ik mijn werk op televisie heb gedaan zoals ik het heb gedaan. Maar dan realiseerde ik me dat ik alle uitzendingen van al die jaren opnieuw zou moeten bekijken als ik er goed over wilde schrijven. Daar had ik geen zin in. Het zou zo veel materiaal geweest zijn. En naar jezelf kijken is altijd een hopeloze ramp. Omdat ik niet met tegenzin maar met plezier aan dit boek wilde schrijven, heb ik dus beslist om mijn televisiewerk er maar een kleine rol in te laten spelen.’
En in hetzelfde interview: ‘Terwijl ik aan het schrijven was, heb ik een heleboel imaginaire gesprekken gevoerd met mijn ouders. Vragen die ik had – en nog altijd heb – over die hele oorlogsgeschiedenis. Aan mijn vader heb ik die vragen nooit kunnen stellen, want hem heb ik nooit gekend. Aan mijn moeder had ik het wel kunnen vragen, maar ik heb het amper gedaan.’
Geen Theo van Gogh, geen ‘lekker slapen en gezond weer op’
En dan nog iets opmerkelijks. Sonja Barend zei in hetzelfde interview met De Morgen: ‘Ik schrijf in mijn boek ook over Theo van Gogh. Nadat ik een klacht tegen hem had ingediend wegens antisemitisme, begon hij me brieven te sturen, waarin hij mij alle verschrikkelijke dingen toewenste waarmee de nazi’s de Joden hebben omgebracht. Jarenlang heeft hij dat gedaan.’
Het verbaast mij dat Theo van Gogh niet in het toneelstuk voorkomt. Zijn aantijgingen aan het adres van Sonja Barend hadden zeker iets spannends toegevoegd, vooral omdat Van Gogh haar in zijn brieven ernstig trof door te schrijven dat de nazi’s haar beter ook hadden kunnen vernietigen.
In de voorstelling zit wel wat zij ook in het De Morgen-interview zegt: ‘Ik heb verschillende keren geprobeerd om met mijn moeder over de oorlog te praten. Maar ook niet echt. Om haar te sparen. Ik wilde haar geen pijn doen of voor het blok zetten. Tegelijk wilde ik wel weten hoe haar verleden met mijn vader in elkaar zat. En ik vind ook dat ik het recht had om dat te weten. Ze had het mij moeten vertellen. Dat heeft ze niet gedaan. […..] Met mijn moeder is dat praten dus nooit gelukt, nee. Ik verwijt het mezelf meer dan dat ik het haar verwijt. Want ik had het zo makkelijk kunnen doen. Iedere week kwam ik op maandagavond bij haar, en zaten we zoals wij nu zitten, met kopjes koffie en thee en taart. Maar ik kon het niet.’
Sonja Barend concludeert zelf in dit interview uit 2017 dat je niet genoeg met elkaar kunt praten. Angela Schijf zei een week na de première in een interview in De Telegraaf: ‘We hebben Sonja in het hele proces meegenomen. We hadden afspraken gemaakt dat we op basis van het boek over haar leven ons eigen stuk zouden maken. Maar je kan vermoedelijk nooit de werkelijkheid benaderen die de persoon zelf heeft ervaren. Het is heel jammer dat we pas laat door kregen dat Sonja zelf er buikpijn van kreeg.’
Ik kan me goed voorstellen dat de scènes over haar vader voor Sonja Barend confronterend zouden zijn. En over het feit dat haar moeder al een jaar na de verdwijning zwanger was van een ander. Maar ik me niet voorstellen dat ze ‘buikpijn’ zou hebben gekregen van scènes met haar eindredacteur ‘El’ en met Pim Fortuyn. Ik heb overigens nog iets gemist in de voorstelling. Namelijk de iconische manier waarop Sonja Barend altijd haar talkshows afsloot: ‘Voor straks lekker slapen en gezond weer op’. Dat lag misschien te veel voor de hand, maar ik had het prettig gevonden om dat typische Sonja Barend-zinnetje te horen in een voorstelling over haar leven en werk. Ik denk dat dit geldt voor meer toeschouwers.
Kortom: ik vond de voorstelling Sonja zeer de moeite waard. Gaat dat zien!
Sonja, gezien 24 januari 2025 in C-Punt in Hoofddorp. Een productie van Toneelgroep Maastricht en Senf Producties. Tekst Vincent van der Valk, spel Angela Schijf, Stefan de Walle en Chava voor in ‘t Holt, regie Servé Hermans, dramaturgie Ludo Costongs, decor Joris van Veldhoven, kostuums Sabine Snijders, scènefoto’s Annemieke van der Togt. Tournee t/m 30 april. Zie voor informatie en kaarten: www.toneelgroepmaastricht.nl