Het Mauritshuis: klein maar groots
Een betrekkelijk onbekend zelfportret van Adriaen van de Venne (1589-1662) en een bijbels tafereel van Michaelina Wautier (1604-1689). Dat zijn twee nieuwe doeken in de vaste opstelling van het Mauritshuis. Het zelfportret is een klein, maar groots doekje. Het meet slechts 18,2 bij 13,3 centimeter. Van de Venne, die zeventien jaar vóór Rembrandt werd geboren, was een veelzijdig kunstenaar. Hij schilderde niet alleen schilderijen, hij schreef ook gedichten en hij maakte prenten en boekillustraties. Van de Venne was de vaste illustrator van de gedichten van Jacob Cats. Ergens tussen 1615 en 1618 maakte hij een uitzonderlijk minutieus zelfportret, waarbij hij was gehuld in rijke en modieuze kleding van zijn tijd.
Klein maar fijn
Dit zelfportret werd gemaakt kort nadat de in Delft geboren Van de Venne zich in Middelburg had gevestigd. De Zeeuwse hoofdstad was toen welvarend en de kunstenaar maakte er verfijnde schilderijen voor een rijke klantenkring. Op het zelfportret ontbreken schilderattributen. Hij presenteert zich als een welgesteld burger. Zijn zelfverzekerde, tikje hautaine blik is tijdloos en dromerig. Het zelfportret is uitzonderlijk gedetailleerd geschilderd met veel details in het gezicht en in het zwarte, luxueuze kostuum. Kwalitatief behoort het kleine paneel (18,2 x 13,3 cm) tot de allerbeste werken uit de beginfase van zijn carrière. Bovendien is het één van de weinige zelfstandige portretten die we van Van de Venne kennen. Het verkeert in een bijna perfecte staat en vormt een belangrijke versterking van de hoogwaardige groep zelfportretten in de collectie van het Mauritshuis, waaronder het late zelfportret van Rembrandt.
Collectie Schloss
Het schilderij dook in het begin van de vorige eeuw op in Parijs in de verzameling van de collectioneur Adolphe Schloss (1842–1910). Hij en zijn vrouw Mathilde Lucie Haas verzamelde circa 333 werken van zeventiende-eeuwse kunstenaars uit Nederland en België. Daaronder werken van Rembrandt, Van Der Heyden, Van Der Neer en Ruisdael. Op ongedateerde foto’s – waarschijnlijk uit het begin van de vorige eeuw – van het interieur van zijn salon aan de Avenue Henri Martin bedekken grotere en kleinere schilderijen de wanden schouder-aan-schouder. Tijdens de presentatie in het Mauritshuis werd een foto getoond van een wand in Salon Schloss, waarop op de onderste
rij – de vijfde van rechts – het zelfportret van Adriaen van de Venne hangt. Op 13 april 1943 maakte Duitse SS-officiers de collectie buit. De schilderijen werden eerst opgeslagen in Parijs en in november van 1943 verdwenen 230 werken naar Duitsland. Na de oorlog gingen 162 schilderijen terug naar de Erven Schloss, nog altijd worden over meer dan honderd doeken processen gevoerd. Ik weet niet welke route het zelfportret van Adriaen van de Venne aflegde, maar het was in elk geval bijna zeventig jaar eigendom van een Amerikaanse collectioneur. Het Mauritshuis kon het aankopen met steun van de BankGiro Loterij, de Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Themafonds 17de-eeuwse schilderkunst) en een particulier.
Maria leert lezen
Het andere schilderij, dat is toegevoegd aan de vaste opstelling van het Mauritshuis, is het grote doek De opvoeding van Maria van de Zuid-Nederlandse schilder Michaelina Wautier (1604-1689). Het museum ontving het voor twee jaar in bruikleen. Wautier is één van de weinige vrouwelijke kunstenaars uit de zeventiende eeuw die naast portretten en stillevens ook Bijbelse en mythologische voorstellingen schilderde. Op dit schilderij beeldde ze een jong meisje af, dat leert lezen van haar moeder. Een oudere man – klaarblijkelijk haar vader – staat achter het meisje en richt zijn ogen naar de hemel, dankbaar dat het echtpaar nog op late leeftijd een kind kreeg. Hoewel het gaat om een historiestuk, heeft het de intimiteit van een familietafereel. Het lieve meisje, met een markante koningsblauwe stola, stelt de piepjonge Maria, de latere moeder van Jezus, haar moeder is Anna, haar oude vader is Joachim.
Gemaakt en bedacht door Michaelina
Een historiestuk, een voorstelling gebaseerd op een literaire bron, werd destijds beschouwd als het hoogst bereikbare voor een schilder. Want bloemstillevens en portretten waren ‘slechts’ een nabootsing van de werkelijkheid. Historieschilders moesten ook hun fantasie gebruiken om het verhaal zo goed mogelijk te verbeelden. Wellicht heeft Wautier daarom niet alleen gesigneerd met ‘fecit’ (gemaakt door) maar ook ‘invenit’ (‘bedacht door’), zeer ongewoon voor schilderijen. Wautier woonde vanaf circa 1642 met haar broer in Brussel. Zij waren beiden ongehuwd, beiden actief als schilder en handelaar in vastgoed. Lange tijd werden Wautiers werken aan mannen toegeschreven, maar recent is zij herontdekt. Met dit langdurige bruikleen uit particulier bezit, dat tot stand kwam dankzij bemiddeling van de Hoogsteder Museum Stichting, wil het Mauritshuis het aandeel katholieke onderwerpen versterken, het aantal vrouwelijke kunstenaars in de vaste opstelling vergroten en bovenal laten zien dat menselijke aspecten als zorg, aandacht en opvoeding universele waarden van alle tijden zijn.
Mauritshuis – Frick Collection
Toen ik dan toch in het Mauritshuis was voor de presentatie van deze twee doeken, viel het me nogmaals op wat een juweel dit Haagse museum is, dat volgend jaar het tweehonderdjarig bestaan viert. Wat is het heerlijk om langs bekende schilderijen te flaneren, zoals het buitengewoon sensuele Meisje met de Parel van Vermeer, De anatomische Les van Dr. Nicolaes Tulp’ van Rembrandt, de stier van Potter, het puttertje van Fabritius, het magistrale zelfportret uit 1669 van Rembrandt, maar van hem ook portretten van een oude man – zo te zien een regelrechte zuipschuit – en twee prachtige zwarte mannen. Als je twee twee musea in Nederland vergelijkt met twee in New York, is het Rijksmuseum The Metropolitan Museum en het Mauritshuis het beeldschone museum The Frick Collection, een veel kleiner museum op een steenworp afstand van The Metropolitan.
Ruiken aan de zeventiende eeuw
Overigens is in het Mauritshuis ook nog tot en met 29 augustus de bijzondere expositie Vervlogen – geuren in kleuren. Bezoekers kunnen, door aan een soort trechter te snuffelen, ruiken hoe zeventiende-eeuws schilderijen roken. Bijvoorbeeld een Amsterdamse gracht. Dat was geen pretje, want in die tijd werden uitwerpselen, afval en meer viezigheden in de grachten gedumpt. Gelukkig waren er allerlei trucs om nare luchtjes en situaties te verbloemen. Zo droegen rijke dames een ‘pomander’ – oftewel een ‘reukbol’ – aan een ketting met daarin verfijnde geuren. Op die manier kwamen zij goed voor de dag en konden zij zich beschermen tegen gevaarlijke luchten. Zie voor een aantal informatieve filmpje over kunst en geur: https://www.mauritshuis.nl/nl-nl/ontdek/tentoonstellingen/vervlogen-in-geuren-en-kleuren/over-de-tentoonstelling/
Het Mauritshuis, aan het Plein in Den Haag, is dagelijks open van 10 tot 18 uur. Zie voor timeslots en tickets: www.mauritshuis.nl