Zwijgen en zwijmelen in het Mauritshuis
Het Mauritshuis in Den Haag heb ik al vaker vergeleken met the Frick Collection in New York. Het zijn allebei intieme, huiselijke musea met alleen maar het beste van het beste. Het Mauritshuis sluit het jaar, waarin het 200-jarig jubileum wordt gevierd, af met de adembenemend mooie expositie Manhattan Masters die bestaat uit tien topstukken uit The Frick Collection. Omdat het museum in New York momenteel een grondige verbouwing ondergaat, konden tien schitterende schilderijen voor één keer de overtocht maken naar een Europees vasteland (alleen het beroemde zelfportret van Rembrandt werd in 1899 in The Royal Academy in Londen tentoongesteld in het kader van een grote Rembrandt-tentoonstelling).
“Een schilderij van de buitencategorie”
Een van de schilderijen is het bejubelde Zelfportret van Rembrandt uit 1658. Mauritshuis-directeur Martine Gosselink beschrijft het als “een schilderij van de buitencategorie”. Daar heeft ze helemaal gelijk in. Dit indrukwekkende meesterwerk is het grootste (134 x 104 cm) en een van de meest imposante van de ruim veertig zelfportretten die Rembrandt ooit schilderde. Hij maakte dit zelfportret op 52-jarige leeftijd in een periode vol tegenslag, nadat hij twee jaar eerder failliet was verklaard en gedwongen was zijn eigen collectie en inboedel te verkopen en ook nog eens te verhuizen.
Wonderbaarlijk!
Sta oog in oog met deze Rembrandt en je kunt alleen maar zwijgen. En zwijmelen. De details zijn adembenemend mooi. De handen! Het glimmertje op zijn neus! De manier waarop het kostbare textiel is geschilderd! De glinstering in zijn ogen en toch die melancholieke blik! Wanneer je van langs het doek loopt en je blijft naar die ogen kijken, blijven die ogen ook naar jou kijken. Wonderbaarlijk! Het is trouwens zeer aan te bevelen om, zoals ik ook deed, deze tentoonstelling te bezoeken zodra het museum geopend is. Dan sta je met een paar bewonderaars voor dit en de andere schilderijen. Kom je een uur later, dan is het al dringen geblazen.
225.000 dollar
Nog even over het zelfportret. Een mooi en informatieve catalogus, geschreven door Quentin Buvelot (senior conservator van het Mauritshuis) en uitgegeven door Waanders, vermeldt dat de schatrijke Amerikaan Henry Clay Frick (1849-1919) dit schilderij op 6 december 1906 kocht voor 225.00 dollar. Het is niet de enige Rembrandt in de omvangrijke Frick Collectie. Twee andere van de nu in Den Haag tentoongestelde werken van Frick waren aanvankelijk ook aan Rembrandt toegeschreven en naderhand aan andere kunstenaars. Zoals het geweldig mooie portret van een oude vrouw die de bijbel leest en het portret van een jongeman. Het schilderij van de oude vrouw – je zou zweren dat het een Rembrandt was – is gemaakt door Carel van der Pluym, een leerling van de maestro. Het portret van de jongeman – minder indrukwekkend, want nogal plat – door ‘een navolger van Rembrandt’ die naamloos blijft.
Johannes Vermeer
De andere schilderijen van Frick zijn ook zeer de moeite waard, zoals De Soldaat en het Lachende Meisje, dat omstreeks 1657 is gemaakt door Johannes Vermeer en dat in 1911 werd aangekocht door Frick. Het schilderij belicht een tafereel uit het dagelijks leven waarbij een jonge vrouw is geplaatst in het licht, zodat de kijker goed kan zien dat zij volledig is gericht op de soldaat tegenover haar. De vrouw heeft een glas witte wijn in haar handen. Het lijkt onschuldig, maar in het zeventiende-eeuwse Holland werd het drinken van wijn ontmoedigd, je zou er losbandig van worden. Naar de relatie tussen de twee figuren laat Vermeer je als kijker gissen.
Frans Hals: ook niet mis!
Een derde schilderij, dat hier niet onbesproken mag blijven is en dat prominent tegenover het zelfportret van Rembrandt hangt, is het Portret van een man door Frans Hals (circa 1660). Over de opdrachtgever is niets bekend: op het portret zijn geen familiewapens of opschriften met leeftijdsvermelding te zien. Wél is bekend dat Hals dit portret aan het eind van zijn leven vervaardigde. Hij was toen achter in de zeventig, en hanteerde een losse en spontane schildertechniek. Het portret heeft een levendig karakter door de brede toetsen witte verf bij het overhemd, de kraag en de manchetten. Als je deze details in close-up bekijkt, lijken het wel abstract kunstwerken. In de catalogus staat een foto van deze Frans Hals in The Frick Collection: naast een imposant trappenhuis, boven twee rugloze stoelen en ingeklemd tussen een borstbeeld en een staande klok. Die huiseljkheid is mede wat The Frick Collection én het Mauritshuis zo bijzonder maakt. De foto staat verderop in dit artikel afgebeeld.
De halve Amsterdamse Pijp
Verder is de halve Amsterdamse Pijp is hier vertegenwoordigd: Ruisdael, Albert Cuyp, Hobbema, Van Ostade en Wouwerrman. En nogmaals: als je inzoomt op details van deze schilderijen, is het nog wonderbaarlijker. Het blijft hoe dan ook een raadsel hoe deze ‘masters’ het circa vier eeuwen geleden voor elkaar kregen om met een stokje met haartjes aan de punt – de penseel – en met gemengde smurrie – de verf – het voor elkaar kregen om deze geweldige schilderijen te maken. Vooral de portretten zijn magistraal, want deze mensen zijn zo tijdloos. Alsof je hen in een willekeurige kroeg kan tegenkomen.
‘De vergulde tijd’
In het door Waanders uitgegeven boek wordt uitvoerig ingegaan op de tijd waarin Henry Clay Frick die de collectie ooit is begonnen met verzamelen. Hij verwierf zijn fortuin in een tijd die in Amerika ‘de vergulde tijd’ genoemd. Dit was de periode van enorme economische groei tussen 1870 en 1900, waarin slimme investeerders heel snel, heel rijk konden worden, vaak zelfs nog rijker dan de gevestigde elite. In het hoofdstuk over het leven van de in 1849 in Pennsylvania geboren Frick is duidelijk dat hij een gewiekst zakenman was. Op 21-jarige leeftijd richtte hij in Pittsburgh met twee neven en een vriend een klein bedrijf op dat ‘cokes’ produceerde. Deze brandstof, die wordt verkregen uit pyrolyse en steenkool, werd gebruikt in de staalindustrie. Op 30-jarige leeftijd is hij al miljonair. Binnen enkele jaren zou het de grootste cokesproducent ter wereld worden.
Frick in Den Haag
Het is bekend dat Frick in 1896 enkele dagen in Den Haag verbleef en overnachtte in Hotel Des Indes. Waarschijnlijk bezocht hij toen ook het Mauritshuis, want dit museum is immers vlakbij het hotel gelegen. En uiteraard moet de verzameling in het Mauritshuis de aandacht van Frick hebben getrokken. In die tijd was Abraham Bredius directeur van het Mauritshuis en het is zeker dat hij en Frick elkaar goed kenden. Bredius adviseerde Frick meer dan eens over kunstaankopen. Zo vertelde Bredius aan Frick dat het portret van de oude vrouw met de bijbel niet van Rembrandt was, zoals Frick vermoedde. Sinds zijn overlijden in 1919 is de kunstcollectie behoorlijk gegroeid en is het huis al meerdere malen verbouwd en uitgebreid om de groei van de collectie bij te houden. De uitbreiding van het museum is overigens zo goed uitgevoerd, dat het bijna niet opvalt dat sommige vleugels nooit bij het originele herenhuis hoorden.
De Vaandeldrager in het Mauritshuis
En dan nog iets heel anders: wie het Mauritshuis bezoekt in de maand november, ziet hier ook De Vaandeldrager, het schilderij van Rembrandt dat onlangs voor 175 miljoen euro is aangekocht door de Nederlandse staat. Het is overigens altijd een genot om het Mauritshuis te bezoeken, want vergeet niet dat andere magistrale zelfportret van Rembrandt, Het puttertje van Fabricius, De stier van Potter, Het lachende jongetje van Frans Hals, De anatomische les van dokter Tulp van Rembrandt, Ferdinand Bols portret van admiraal De Ruyter en natuurlijk Het Meisje met de Parel van Vermeer
Manhattan Masters is nog tot en met 15 januari 2023 in het Mauritshuis (Plein 29, Den Haag) is open maandag 13.00 tot 16.00 uur, dinsdag t/m zondag van 10.00 tot 18.00 uur. Zie: www.mauritshuis.nl. De gebonden catalogus ‘Manhattan Masters – Hollandse Schilderijen uit the Frick Collection’ van Waanders Uitgevers (104 pagina’s, 75 illustraties, ISBN 9789462624290) kost 24,95 euro. Zie www.waanders.nl