Ik zeg toch sorry is zeer waardevol
Ik zeg toch sorry, zo heet de nieuwe voorstelling van Raymi Sambo Maakt en Theatergroep Aluin. De première was in juni op Oerol in de open lucht en er kwamen zeer lovende recensies. Terecht, want dit is een bijzondere voorstelling die zeer de moeite waard is.
Jos Schuring schreef in het theaterblad Scènes: “Ik zeg toch sorry is een uiterst intelligent gemaakte mix van geschiedenis en drama met een sterk documentair karakter maar ook een pleidooi voor wit huiswerk zonder drammerig of moralistisch te zijn”. Dat is mooi omschreven. Ik zeg toch sorry is niet alleen een goede voorstelling, maar ook een belangrijke voorstelling. Het concept is van Raymi Sambo – die ook meespeelt – en Victorine Plante, die de voorstelling samen met Sambo regisseerde.
“Samen? Hoe bedoel je?”
De voorstelling is in feite een voorstelling in een voorstelling. Een mozaïekvoorstelling, waarin drie donkere en drie witte acteurs spelen dat het 1 juli 1863 is; de dag dat de slavernij officieel werd afgeschaft. Ik zag de voorstelling op 13 november in de Meervaart met opvallend veel donkere mensen in het publiek, bijna allemaal mooi aangekleed. Terwijl de mensen hun plek innemen, staan Raymi Sambo en Urmie Plein al op het toneel. Wanneer de voorstelling begint, voegen de andere acteurs zich bij hen.
Ze spelen aan het begin nog geen andere rollen dan zichzelf en er is meteen discussie over hoe laat ze hadden afgesproken. Ze zitten dus meteen niet op één lijn. Nard Verdonschot, een van de witte acteurs, zegt in het begin net iets te enthousiast tegen Raymi Sambo dat hij ‘er zín in heeft’ en dat hij blij is dat ze dit toneelstuk ‘samen’ kunnen spelen. Die opmerking is meteen tegen het zere been van Sambo: “Samen? Hoe bedoel je?” Verdonschot: “Nou ja, wij samen”. Urmie Plein vraagt hem op de man af of hij ‘zwarte en witte acteurs’ bedoelt. “Nou, zo zwart/wit bedoelde hij het niet”, zegt Verdonschot. Oei, weer tegen een zeer been…
Gevoelens van pijn en schaamte
De toon is meteen gezet in deze voorstelling over gevoelens van schuld en schaamte met betrekking tot de slavernij. Later spreekt Verdonschot als boze plantagehouder vol overtuigingen allerlei racistische verwensingen uit. Zoals: “Een paard moet je temmen en getemd houden!” De donkere wolk boven deze voorstelling is de vraag wanneer er nou eindelijk eens excuses komen over het slavernijverleden. En ook of deze excuses dan oprecht zijn en of die excuses eigenlijk wel nodig zijn. Halverwege de voorstelling vraagt een van de acteurs zicht af of pijn overdraagbaar is op latere generaties, maar of dit ook geldt voor schaamte. Een essentiële kwestie in de voorstelling met de veelzeggende titel Ik zeg toch sorry.
Overigens werd begin november 2022 besloten dat het kabinet binnen afzienbare tijd namens Nederland excuses aan gaat bieden voor het slavernijverleden. Dit betekent overigens niet dat er directe financiële compensatie komt voor nazaten van tot slaaf gemaakten voor de schade uit het verleden. Wel wordt er 200 miljoen euro uitgetrokken voor een fonds waaruit projecten worden betaald voor een betere bewustwording van ons slavernijverleden. Het kabinet maakt ook 27 miljoen euro vrij voor een museum over slavernij. Het hing al langer in de lucht dat de regering verontschuldigingen zou gaan aanbieden. Een meerderheid van de Tweede Kamer drong daar in oktober op aan. En premier Rutte zei tijdens een bezoek aan Suriname al dat volgend jaar in het teken moet staan van erkenning van het slavernijverleden.
Is het Thorbecke of Rutte?
Raymi Sambo is de spil van de voorstelling als ceremoniemeester die tijdens de viering op 1 juli 1863 aanhoudend kritische vragen stelt. Bijvoorbeeld aan premier Thorbecke, die zijn opwachting maakt. Dennis Coenen speelt Thorbecke zo ongeveer als een kloon van Mark Rutte, die zich verliest in een speech vol loze woorden. Hij heeft het zelfs over ‘een gaaf land’. Maar hij zegt ook dat hij er als liberaal geen voorstander van is dat de plantagehouders nu ineens al hun werknemers – lees: voormalige tot slaaf gemaakte arbeiders – kwijt zullen raken. Dat zou funest zijn voor de economie.
Daarom pleit Thorbecke er voor dat de nu vrije mensen nog tien jaar voor hun plantagebaas te blijven werken. Dit is ook daadwerkelijk gebeurd, want veel tot zwarte arbeieders waren pas echt vrij in het jaar 1873. Tien jaar na 1863 dus. Deze suggestie staat in schril contrast met twee indrukwekkende monologen van de twee donkere actrices. Een van hen leest een brief voor aan haar ‘baas’ dat ze nooit meer voor hem wil werken en de ander – Urmie Plein – belicht de verschrikkingen van het ontkennen van iemands menselijkheid. Koude rillingen!
Het Wilhelmus
In de voorstelling wordt meerdere keren de vraag gesteld waarom koning Willem III op 1 juli 1863 niet aanwezig was bij de viering van de afschaffing van de slavernij. De koning verschijnt toch nog aan het eind; ik zal niet verklappen in welke hoedanigheid. Dan is de verrassing weg. Hij zegt: ‘Als de slavernij een goed idee was, zou hij niet zijn afgeschaft. Als de slavernij slecht was, heeft het veel te lang geduurd.’
Als de koning in aantocht is, beginnen de acteurs het Wilhelmus te zingen. Ze sporen de toeschouwers aan om mee te zingen en zo klonk zondag 13 november in de Meervaart het eerste couplet van het volkslied uit honderden kelen. Een bijzondere publieksparticipatie en vervreemding. Het is het resultaat van een ingenieuze theatervorm die iedereen in de zaal – de personages, de spelers én het publiek – dwingt tot bewustwording.
Andere journalisten
Wendy Lubberding schreef eind oktober in Het Parool: “De acteurs spelen verschillende belangrijke figuren uit de periode rond de afschaffing; politici, plantagehouders, tot slaaf gemaakten. Gedurende het stuk wisselen ze tussen hun historische personages en hun rol als (min of meer) zichzelf. Het blijkt een treffende manier om te laten zien dat het verleden helemaal nog geen verleden tijd is. Elke historische rol staat voor de zwarte acteurs in een heel ander daglicht dan voor hun drie witte collega’s. In de interpretatie van Coenen voorvoelt Thorbecke zijn heldenstatus onder liberalen vandaag. Bloedserieus weegt hij het recht op vrijheid af tegen het recht op bezit. Rutte schemert daarin door, en het besef dat opvattingen die ten grondslag lagen aan de uitbuiting onder het koloniale stelsel nog altijd de verdeling van de welvaart en de kansen in de wereld bepalen.”
Jeroen Wielaert schreef na de première op Oerol: “De excuusvraag wordt gesteld. Thorbeckes antwoord: ‘Ik zie op dit moment niet in waar dat goed voor zou zijn.’ Ron Rijghard schreef na Oerol in de NRC: “Voor menigeen gaat het inmiddels om bekende posities en perspectieven in het maatschappelijk debat, maar de acteurs brengen ze indringend tot leven. De witte acteur: „Ik geloof in een gezamenlijke wereld.” De zwarte actrice: „Zo gezamenlijk is die wereld niet.” „Witte mensen houden niet van problemen”, zegt de zwarte acteur, „en daarom nemen ze de problemen niet serieus.” Hoe hij een racist kan spelen, vraagt de zwarte actrice aan de witte acteur. Het is een rol, zegt hij. Dat antwoord is te makkelijk, vindt zij. „Ik neem altijd mezelf mee op het toneel.”
Han van Wieringen schreef in De Groene: “Nergens wordt met meel in de mond gepraat over slavernij en hoe deze vandaag doorzingt. Waar op z’n best uit ongemak weggekeken wordt. De luxe van dat wegkijken staat (eindelijk) onder hoogspanning. Hoe, vragen de makers zich af, kunnen we nu eigenlijk spreken over een gedeelde geschiedenis als we het hebben over ons slavernijverleden? Die vraag trekken ze een avond lang uit elkaar, gevoelig en snoeihard.” Volgens Van Wieringen verdient Urmie Plein zelfs een nominatie voor de Theo d’Or. Deze actrice is inderdaad heel erg goed. Het was trouwens een grappig detail dat Nard Verdonschot, die als zijn personage in het stuk de meest harde racistische uitspraken doet, tijdens het applaus een shirt droeg met heel groot de woorden ‘sorry sorry sorry’.
Ik zeg toch sorry, gezien 13 november 2022 in de Meervaart. Een productie van Raymi Sambo Speelt en Theatergroep Aluin, concept Raymi Sambo (ook co-auteur en spel) en Victorine Plante (ook regie), tekst Erik Snel mmv Ayden Carlo en Sambo, spel verder Urmie Plein, Gabby Bakker, Dennis Coenen, Rochelle Deekman of Nancy Masaba, Nard Verdonschot, decor Marcel Dolman, kostuums Anouk van Schie, scènefoto’s Sanne Peper, tournee t/m zaterdag 17 december, zie voor de speellijst, inleidingen en nagesprekken: www.raymisambomaakt.com of www.theatergroepaluin.nl