De Fabeltjeskrant is helemaal terug
De Fabeltjeskrant werd in 2005 uitgeroepen tot het beste Nederlandse kinderprogramma aller tijden. Tussen 1968 en 1992 werden er meer dan zestienhonderd afleveringen van gemaakt. Meer dan zestienhonderd keer klonk de tune: “Hallo meneer de Uil, waar breng je ons naartoe?/ Naar Fabeltjesland? Eh ja, naar Fabeltjesland./ En lees je ons dan voor uit de Fabeltjeskrant? Ja ja, uit de Fabeltjeskrant./ Want daarin staat precies vermeld hoe het met de dieren is gesteld./ Echt waar? Echt waar! Echt waar, meneer de Uil?/ Mmmm, want dieren zijn precies als mensen, met dezelfde mensenwensen en dezelfde mensenstreken./ Dat komt allemaal in de krant van Fabeltjesland, van Fabeltjesland, van Fááábeltjesland.” Nu is de Fabeltjeskrant helemaal terug: als tentoonstelling, als boek, als kinderpostzegels en binnenkort als speelfilm.
Rotterdammers onder elkaar
De Fabeltjeskrant kwam voor het eerst op de televisie op 29 september 1968. Om vijf minuten vóór 7 op Nederland 1 én Nederland 2; kom daar nog eens om vandaag de dag. Precies vijftig jaar later werd in het Instituut voor Beeld & Geluid in Hilversum het mooie en bijzonder informatieve boek Hallo Meneer de Uil – Fabeltjeskrant 50 Jaar! van Patrick Bremmers gepresenteerd. De Rotterdammer Koos Postema, sprak de middag aan elkaar. Toepasselijk, omdat De Fabeltjeskrant ontsproot aan het brein van de Rotterdammer Leen Valkenier (1924-1996). Tuindorp Vreewijk, waar Valkenier opgroeide, was de bakermat van de Fabeltjeskrant. Midden in de oorlog kwam de jeugd in deze buurt bijeen in het Gemeenschapshuis – een soort ‘praathuis’ – en na de oorlog was Valkenier in Tuindorp Vreewijk lid van het kleinkunstgezelschap De Tondeldoos.
Net echte mensen
Andere leden van de Tondeldoos waren verpleegster Jopie Donkervoort (zij stond later model voor juffrouw Ooievaar), de klusjesmannen Han en Fred Kuilberg (later de gebroeders Bever), de moeder van Leen Valkenier stond model voor Truus de Mier en Jan Straaijer inspireerde Leen Valkenier tot de creatie van meneer De Uil. Jan Straaijer stond bij De Tondeldoos bekend als ‘beroepsouwehoer en kletsmajoor’, die bij voorstellingen tussen de bedrijven door het publiek bezig hield met anekdotes en moppen. Leen Valkenier modelleerde Bor de Wolf op zichzelf. De dieren waren dus precies als deze mensen. Zie voor de Rotterdamse connectie: https://www.youtube.com/watch?v=28xd_vDid60
Fabeltjesland in Rotterdam
Op zaterdag 29 september opende in Rotterdam in LP2 van gebouw Las Palmas de expositie Fabeltjesland, een reis door 50 jaar Fabeltjeskrant. Ik begin met de tentoonstelling; daarna heb ik het over het boek. Wat is de expositie een heerlijk Fabeltjesland! Voor jong en oud, maar vooral voor mensen van een zekere leeftijd. Wat een feest der herkenning is het om de poppen te zien, de liedjes – op muziek van Ruud Bos – te horen, de decors – nagebouwd op de mensenmaat – te zien. Hier kan je dwalen door het Grote Dierenbos, je kunt je terugtrekken in het Enge Bos of even achter de bar van het Praathuis staan, met op de achtergrond de vaten Grenadine Rood en Grenadine Groen. Zowel bij de expositie als in het boek wordt vermeld dat het interieur van het Praathuis, het café van Bor de Wolf, rechtstreeks was gebaseerd op Café Oosterling aan de Utrechtsestraat in Amsterdam. Niet verbazingwekkend, want de Fabeltjeskrant werd om de hoek opgenomen bij Thijs Chanowski Studio’s op de Prinsengracht.
Vertedering
De tentoonstelling is interessant voor iedereen die de serie nog kent uit zijn of haar jeugd. Er worden authentieke poppen tentoongesteld, overal hangen reusachtige poppen op schommels. Er zijn tientallen merchandise-dingen te zien, zoals puzzels en serviesgoed. In vitrines liggen authentieke scripts, er staat op schaalmodel een jaren zestig-huis met een jaren zestig-interieur en een dikke beeldbuis waar afleveringen van De Fabeltjeskrant worden vertoond. Zeer interessant en vermakelijk is een ‘the making of’-filmpje, waarin geluidsregisseur Meindert de Goede vertelt over hoe de geluidsbanden werden gemaakt. De nu tachtigjarige Elsje Scherjon – de stem van onder anderen Juffrouw Ooievaar, Truus Mier en de gezusters Hamster – vertelt hoe zij, Ger Smit (1933-2012) en Frans van Dusschoten (1933-2005) alle stemmen van de dieren opnamen in een piepklein hokje. Elsje Scherjon: “Je kon er bijna niet ademen”. Wat is het ontzettend leuk om Ger Smit in z’n eentje een dialoog te zien uitspreken tussen Bor de Wolf, meneer de Raaf en Lowieke de Vos. Hij deed immers de stemmen van deze drie dieren. Ook opvallend is dat Elsje Scherjon felrode lipstick draagt; dezelfde kleur als de bek van Juffrouw Ooievaar. Zie voor een gelijksoortig Polygoon Journaal: https://www.youtube.com/watch?v=RVD09Z5NdGY
Dr. Fabelhaft
Erg leuk is de zogeheten eregalerij, waarbij in een halve cirkel de authentieke poppen van de hoofdpersonen uit Fabeltjesland worden tentoongesteld. In het midden van de halve cirkel staat een computer, waarop je desgewenst je favoriete dier kunt aanklikken. Vervolgens praat op een beeldscherm Prof. Dr Fabelhaft – een rol van geluidsregisseur Meindert de Goede – over de karaktertrekken van dit dier. Vooral volwassen bezoekers slaken telkens kreten van herkenning en vertedering. Kleine kinderen kijken verbaasd om zich heen; zouden zij ‘onze’ Fabeldieren net zo leuk vinden als wij? In elk geval kunnen ze door een gang van Momfer de Mol kruipen.
Jacob de Uil
Patrick Bremmers, freelance journalist en gespecialiseerd in Britse televisieprogramma’s, schreef voor uitgeverij Rubinstein het zeer geslaagde boek Hallo, Meneer de Uil. Het is een bijzonder fraai, door Yolanda Huntelaar vormgegeven boek met tal van wederwaardigheden. Bijvoorbeeld over de geschiedenis en totstandkoming van de Fabeltjeskrant, de hoofd- en bijfiguren (nooit geweten dat meneer de Uil een voornaam had: Jacob), alles over Leen Valkenier en hoe de scripts tot stand kwamen, over de producenten Thijs Chanowski en Loek de Levita, de poppen, de regie, de stemacteurs en toekomstplannen van erfbewaker Robin de Levita (zoon van Loek de Levita).
Bor de Wolf bij het graf van La Fontaine
Het boek bevat ook tal van anekdotes. Bijvoorbeeld dat kijkers tientallen geboortekaartjes stuurden, toen Teun Stier en Margarétha Bontekoe een dochtertje kregen. Of dat veel volwassenen eerder thuis kwamen om De Fabeltjeskrant niet te missen. Er zijn interviews met decorontwerper Henk Lourens, assistent-decorbouwer en studio-assistent Hans Lamboo, regisseurs Cocky Andreoli en Matthijs van Heijningen, poppenmaakter Henriette Beukers, geluidsregisseur Meindert de Goede en Elsje Scherjon, de enige nog levende stem van de dieren. Het boek besteedt ook uitgebreid aandacht aan Frans van Dusschoten (Meneer de Uil en Willem Bever) en Ger Smit (Bor de Wolf, Lowieke de Vos, Ed Bever, Meindert het Paard, Meneer de Raaf, Zoef de Haas en meer). Mooi is de anekdote van decorbouwer Henk Lourens dat hij ooit met Ger Smit in Parijs het graf van Jean de la Fontaine bezocht op begraafplaats Père-Lachaise: “We liepen alweer terug op weg naar de uitgang, toen Ger zich plotseling omdraaide en zei: wacht jij maar hier, ik ben nog wat vergeten. Dus ik stond bij dat grote hek te wachten, toen ik opeens vanuit de verte meerdere malen achter elkaar het geloei van Bor de Wolf hoorde […] Typisch Ger.”
“Lieve kijkbuiskinderen”
Het boek gaat uitgebreid in op De Fabeltjeskrant als spiegel van de maatschappij. Leen Valkenier sneed behoorlijk veel maatschappelijk problemen aan, zoals discriminatie en tolerantie, bedrog en corruptie en de volkstelling van 1971. Zie twaalf afleveringen van de Fabeltjeskrant op https://www.youtube.com/watch?v=uNw7qPifKEc Het belang van componist Ruud Bos wordt niet over het hoofd gezien. Dan is er de specifieke taal van de Fabeltjeskrant: ‘lieve kijkbuiskinderen’ en de plechtige manier waarop meneer de Uil praat (“jawèl”), het ‘praathuis’ van de Bor de Wolf, de hypochrondische Stoffel de Schildpad die zich steeds ‘appelig’ voelde, eikeltjeskoffie, Bor die telkens “naar het Enge Bos” gaat (“Oeoeoeáááá”), Meindert het Paard die “zieke en nooddruftige dieren verzorgt achter de Groene Groene Deur (GGD) en Lowieke’s stopwoord ‘hatsjekidee!’. Er is ruimschoots aandacht voor het internationale succes van De Fabeltjeskrant: van Engeland tot Japan en van Zweden tot Spanje en andere Spaanstalige landen in Zuid-Amerika (“Cronicas de Fabulandia”).
Stoffel en ik / Willem en ik
Wat vond ik het geweldig dat ik als kind een middag de Chanowski Studio’s mocht bezoeken. Hier zag ik het poppenspel en hier stond ik oog in oog met Stoffel de Schildpad. Eigenlijk was ik net zo blij toen ik op 29 september in Beeld & Geluid met Willem Bever op de foto kon.
De Fabeltjeskrant & De Grote Dierenbos-spelen
Op 19 december 2018 komt De Fabeltjeskrant als speelfilm in de bioscoop. In 1970 was er al een speelfilm, die Onkruid in Fabeltjesland heette. Dat was gewoon een poppenfilm, net als De Fabeltjeskrant op de televisie. De Fabeltjeskrant & De Grote Dierenbos-spelen – zo gaat de film heten – wordt een 3D-animatiefilm, waarbij Robin de Levita er goed voor zorgde dat de dieren er authentiek vilterig uitzien. Niet glad en eng. De Levita ziet de film als een eerbetoon aan zijn vader. Wie de stem van meneer de Uil gaat doen, blijft nog even geheim. Wel maakte RTL Boulevard bekend dat Georgina Verbaan haar stem leent aan Truus de Mier en Zaza Zebra en dat Armin van Buuren de stem inspreekt van het nieuwe personage dj Wally. Veel blijft bij het oude. In Beeld & Geluid werd op 28 september een heel klein tipje van de sluier opgelicht. De trailer zag er goed uit. De dieren hadden inderdaad een vilterig uiterlijk. Het was wel wennen dat de dieren nu poten hebben. Zie voor de trailer: https://www.youtube.com/watch?v=XUHiyZeJ_GE
De tentoonstelling Fabeltjesland 50 Jaar Fabeltjeskrant is een co-productie van Bureau Vermaeck, Theo Braams Projecten, De Levita Productions B.V. en Rubinstein Pictures B.V. De expositie in LP2 in gebouw Las Palmas in Rotterdam (Wilhelminakade 326) is open van woensdag t/m zondag van 10 tot 18 uur. Toegang 14,50 euro, kinderen van 4 t/m 12 jaar 9,50 euro. Inlichtngen: www.fabeltjeskrant.nl. Het boek Hallo, Meneer de Uil is uitgegeven door Rubinstein en kost 22,99 euro. Het ISBN-nr is 9789047625803 en het is 129 pagina’s dik. Inlichtingen: www.rubinstein.nl